Het ontstaan van de dameshandbalclub in Meeuwen verliep op een ludieke manier. De opstart van de damesploeg is namelijk het gevolg van een weddenschap in een klein café te Meeuwen. Jacky Camps beweerde in 1978 dat hij kon starten met een dameshandbalploeg. Maar de rest van de tooghangers geloofde er niets van. De zoektocht van Jacky begon en eindigde in stamcafé ‘De Mans’. Deze kroeg bleek de ideale vertrekbasis om voldoende sportieve dames te verzamelen, want het was hier dat de mannen van de herenhandbal regelmatig een pint kwamen drinken na hun trainingen en wedstrijden. Zo kwam Jacky op het idee om ‘de liefkes van de mannen van de herenhandbal’ te vragen voor zijn ‘vrouwenploegske’. Langzaam maar zeker bereikte hij zijn doel. In 1978 startte hij in Meeuwen met een dameshandbalploeg, nl. Dames Handbal De Mans Meeuwen (DHDM Meeuwen) . De stichter was in het startjaar van de damesploeg verantwoordelijk voor de functie van trainer, coach, secretaris, voorzitter en penningmeester. Zowel de wedstrijden als de trainingen vonden buiten plaats “op de tarmac voor ’t Heem”, hetgeen meestal een forse verschrikking was voor de tegenstrevers. Omwaaiende doelen en geparkeerde auto’s op het terrein waren geen zeldzaamheid.
Zoals elke nieuwe ploeg begonnen de dames van Meeuwen op het laagste niveau, de provinciale reeks van Limburg. Dit eerste seizoen eindigden de dames op een negende plaats van tien deelnemende ploegen.
Met Jaak De Backer als nieuwe trainer haalden de dames in het seizoen ’80-’81 hun eerste provinciale titel binnen na een duel tegen buurdorp Opglabbeek. Hierdoor promoveerde DHDM Meeuwen naar tweede nationale. Hetgeen ook betekende dat de wedstrijden in een sporthal gespeeld moesten worden. Omdat Meeuwen nog steeds geen sporthal had, werden de thuiswedstrijden in de sporthal van Bocholt gespeeld. Het eerste seizoen in tweede nationale verliep moeizaam, maar Meeuwen behaalde voldoende punten om de degradatie te ontwijken. In datzelfde jaar speelde in Meeuwen ook een tweede ploeg in competitie. In 1982-1983 eindigde DHDM Meeuwen als achtste van twaalf deelnemende ploegen in tweede nationale. De club groeide verder uit en had nu drie ploegen in competitie.
Het aantal ploegen binnen de club bleef toenemen. In het seizoen 1983-1984 speelde voor het tweede jaar op rij een nieuwe leeftijdcategorie, nl de pupiillen, voor DHDM Meeuwen. De gestage groei van Meeuwen kwam ook tot uiting in de resultaten. DHDM Meeuwen eindigde het seizoen1983-1984 op een gedeelde eerste plaats. Omdat slechts één club mocht promoveren naar eerste nationale volgde er een testmatch. De tegenstander voor deze belangrijke confrontatie was EV Aalst. DHDM Meeuwen behaalde de overwinning in deze testmatch en voor het eerst in haar bestaan mocht de club aantreden in eerste nationale. Deze prestatie ging niet onopgemerkt voorbij: het gemeentebestuur van Meeuwen riep DHDM Meeuwen uit tot sportclub van het jaar 1984.
In de seizoenen 1984-1985 en 1985-1986 kon DHDM zich nipt in eerste nationale handhaven.
Het seizoen 1988-1989 begon gunstig voor DHCM. Enerzijds had het gemeentebestuur van Meeuwen eindelijk het besluit genomen om een sporthal te bouwen in Meeuwen. Anderzijds was er de sportieve versterking door de overname van Havo Opglabbeek. De spelerskern van Meeuwen werd aangevuld met talent van Opglabbeek. Dit vertaalde zich in een goed resultaat want DHC Meeuwen, onder leiding van Luc Hendriks, sloot het seizoen af met een derde plaats. Deze derde plaats gaf DHCM het recht om het volgende seizoen deel te nemen aan de Europabeker (IHF-cup).
Op vrijdag 25 augustus 1989 werd de langverwachte sporthal in Meeuwen feestelijk geopend. Slechts twee maanden later, op 21 oktober 1989, speelde DHCM in deze sporthal haar eerste Europese wedstrijd voor de IHF-cup tegen de Zweedse ploeg Stockholmspolisens. DHCM Meeuwen verloor de wedstrijd met 14-24. Ook in de terugmatch bleek de Zweedse ploeg een maatje te sterk voor Meeuwen; de match eindigde op 14-9. Het seizoen 1989-1990 werd afgesloten met een uitschakeling in de halve finale van de Beker van België en een derde plaats in de competitie.
Het seizoen 1991-1992 werd gestart met een tweede editie van de IOB trofee. Deze keer namen er nog meer internationale ploegen deel, allen ploegen met een goede reputatie Europees en in hun thuisland. De ploeg eindigde dat seizoen in competitie op een derde plaats, waardoor ze het volgende handbalseizoen weer Europees zouden mogen spelen. Zowel Huub Moonen als Cees van Meurs hebben dat jaar bijgedragen tot dit resultaat.
In de EHF-cup werd Standard Luxembourg verslagen. Zo belandde DHCM in de achtste finale. Hier stootte ze op Vanyera Remudas, een club uit Gran Canaria, maar deze ploeg bleek een maatje te groot voor de dames uit Meeuwen.
Daarom besloot de EHF dat er in Kroatië geen Europabekerwedstrijden gespeeld zouden worden en dat DHCM de heenwedstrijd op 26 september in het Slovenische Skofije moest spelen.
In de competitie in eigen land behaalde Cees Meurs met de ploeg voor de zesde keer op rij een derde plaats.
Voor het seizoen1994-1995 nam Jean Troquet de taak van trainer waar. Voor het derde jaar op rij mocht DHCM zich Europees met het Poolse Sosnica Gliwice gaan meten. Zowel de thuis- als de uitwedstrijd werden met zware cijfers verloren. In de competitie werd een eervolle vierde plaats behaald maar met winst van de Beker van België werd de kers op de taart gezet. DHCM won in het seizoen ’94-’95 haar eerste Beker van België finale met 18-21 tegen Fémina Visé.
In het seizoen ’95-’96 mocht DHCM dankzij de winst van de beker van België tegen de dames van Fram Reykjavik uit Ijsland strijden in de Europese Beker voor Bekerhouders. De handbalsters uit Ijsland waren echter een klasse te sterk voor de dames van DHCM. In de competitie speelde DHCM onder leiding van Nelly Martens een matig seizoen en bracht het tot een vierde plaats in de eindrangschikking ….